Beschrijving
Onze-Lieve-Vrouwparochiekerk en bedevaartsoord van Onze-Lieve-Vrouw, Troosteres der Bedrukten. Imposant deels gotisch en barok kerkgebouw ingeplant aan de oostzijde van de Grote Plaats, oorspronkelijk omgeven door een ovaal ommuurd kerkhof dat in 1897 bij het dorpsplein gevoegd werd.
Volgens een legende werd de kerk gebouwd door tussenkomst van Onze Lieve Vrouw die met een zijden draad de plaats en afmetingen van de kerk bepaalde, een legende die ook op andere plaatsen zoals Laken, Alsemberg of Onze Lieve-Vrouw-Lombeek leeft. Volgens de Lebbeekse legende waren de Twaalf Geslachten, bezitters van twaalf omwalde hoeven, de stichters van de kerk. Zij kregen in 1108 van bisschop Odo van Kamerijk de toestemming om een kerk te bouwen. 1108 verwijst echter naar de oorkonde van Adelwidis, weduwe van Ringoot II van Dendermonde waarbij de overdracht van de kerk en altaar van Sint-Christiana aan het pas opgerichte kapittel van Dendermonde gebeurde door toedoen van bisschop Odo van Kamerijk. Een eerste kerk werd vermoedelijk opgericht door de Gentse Sint-Baafsabdij bij de Villa Lietbeka in de 9de eeuw. Begin 11de eeuw speelde de Sint-Baafsabdij de kerk echter kwijt aan de heren van Dendermonde.
Historiek
Oorspronkelijk behorend tot het bisdom Kamerijk, aartsdiakonaat Brussel, in 1559 bij het bisdom Gent gevoegd. Over het vroegste kerkgebouw, een romaanse kruiskerk, is weinig gekend. Volgens De Potter werden bij het vernieuwen van de kerkvloer in 1830 de funderingen van de oude kerk in kruisvorm blootgelegd. Deze had een even brede middenbeuk en smallere zijbeuken. Nog volgens de opzoekingen van De Potter werd de kerk circa 1470 uitgebreid met het nieuwe, nog bestaande koor in opdracht van Arnold Van Beughem, eerste secretaris van Karel de Stoute, later kanunnik van de collegiale kerk van Dendermonde. De noordelijke zijbeuk werd in 1562 verbreed tot zijn huidige afmetingen en gelijktijdig werd de kapel van de Heilige Anna aan het noordelijke transept gebouwd in opdracht van de familie Van Beughem (zie kraagsteen met wapenschild). Het gewelf werd in metselwerk uitgevoerd door Willem Vranckx in 1637. Vanaf met midden van de 17de eeuw zijn talrijke kerkrekeningen bewaard. In 1642 (zie jaartal boven portaal) werd de zuidelijke beuk verbreed en vernieuwd en in 1644 werd het Heilig Geestkoor, het huidige Heilig Kruisaltaar, verbouwd naar ontwerp van architect Leo Van Heil, uitgevoerd door Raphael Maes. De oude vierkante romaanse kolommen werden vervangen door ronde zuilen door metser Jan Vermoesen. In 1651 werd de oude bouwvallige kruisingstoren, een restant van de romaanse kruiskerk, gesloopt en vervangen door een nieuwe toren in witte en blauwe hardsteen naar de plannen van architect Pieter Mercx, architect van de koning bij het Hof van Brussel. Door verbouwingswerken aan het Heilig Geestkoor en de sacristie, stortte de nieuwe toren op 23 mei 1662 in en vernielde de hele zuidoostkant van de kerk met meubilair en orgel. De nieuwe plannen voor de toren werden opgemaakt door Leo Van Heil en Frater Macharius, voor de wederopbouw van het Heilig Geestkoor en de sacristie werden de oude plannen van Van Heil hergebruikt. In 1674 kreeg de toren zijn hoge torenspits gemaakt door Gillis Van Maelders en Joos Behagel, molenmakers-timmerlieden. In dezelfde periode werd de stoffering van de kerk verrijkt met onder meer een nieuw Onze-Lieve-Vrouwaltaar en miraculeus beeld (1660) en een nieuw hoogaltaar in 1675-79, ontworpen door broeder Bernardus (jaartal 1679 op koordeur) en uitgevoerd door de Antwerpse beeldhouwer Pieter Verbruggen de Oude. In 1711 werden de vier spitsboogvensters van de zuidelijke zijbeuk vernieuwd, in 1712 deze van de noordbeuk. De westgevel kreeg in 1712 en 1718 drie barokke topgevels naar ontwerp van architect Rombaut Rommens (Destelbergen). De gesculpteerde lambriseringen met de legende van de kerkbouw in de zuidelijke zijbeuk werden in 1720 geplaatst, deze in de noordbeuk in 1750, deze in het koor in 1763. De noordelijke sacristie dateert van 1731. In 1776 (zie cartouche) werd het gewelf van het schip aangepast. Een nieuw orgel, hoogzaal en portaal werden geplaatst in 1791. In 1846-48 hadden herstellingen plaats aan de toren en het buitenmetselwerk onder leiding van architect Johan Beeckman (Dendermonde) en werd de toegangstrap van de toren naar buiten gebracht. In 1880 hadden herstellingen aan het dak plaats en werd een bliksemafleider geplaatst. In 1894-96 vonden restauratiewerken plaats aan de voorgevel onder leiding van architect Edouard Bouwens (Dendermonde) en werd de toren hervoegd. Herstel van oorlogsschade in 1923 en aanvang van grote restauratiewerken in de jaren 1950 onder leiding van architect Achille De Buck (Leuven) en in de jaren 1960 door architect Eugène De Witte (Wetteren). Schilderwerken en interieurrestauratie onder leiding van ingenieur-architect Marc Verstraeten, voltooid in 1989.
Beschrijving
De plattegrond ontvouwt een pseudobasilicale kruiskerk met een driebeukig schip van vijf traveeën, vierkante kruising met toren, niet uitspringende transepten met in het noorden aangebouwde St-Annakapel van één travee met driezijdige apsis, met in het noordoosten in 1848 aangebouwde buitentrap, zijkoren van twee traveeën met rechte sluiting en hoogkoor van twee traveeën met zevenzijdige sluiting, links en rechts geflankeerd door een sacristie en berging. Volledig opgetrokken uit zandsteen en afgedekt met leien zadel- en lessenaarsdaken; hoge leien ingesnoerde naaldspits met bekronend kruis op de kruisingstoren. Barokke westgevel met drie in-en-uitgezwenkte topgevels met hogere middengevel, begrensd door kolossale pilasters met lijstkapiteel, bekronende trigliefen en een gelede waterlijst, omlopend boven het getoogde venster. Topgevel met omlijste oculus op hangende voluten, pseudodriehoekig fronton, bekronend kruis en siervazen op de vleugelstukken. Rondboogpoort in geprofileerd hardstenen portaal op neuten, met imposten, sluitsteen en waterlijst; bekronend baron pseudofronton met vleugelstukken en siervaasbekroning in half verheven reliëf. Identieke zijtopgevels, begrensd door steunberen, met voluutvormige vleugelstukken, bekronende gebogen waterlijst en omlijste oculi onder waterlijst met bolornament en vleugelstukken met siervaasbekroning; getoogde omlijste vensters onder waterlijst. Zijgevels van vijf traveeën geleed door zware steunberen op sokkel en doorbroken door getoogde omlijste venster met glas-in-loodramen met figuratieve voorstellingen, onder meer gedateerd 1902, onder waterlijst in de twee linker en twee rechter traveeën en korfboogdeurtje in geprofileerde omlijsting, met jaartallen 1642 en 1707, respectievelijk boven en op de deur aan de zuidzijde. Noordelijk transept afgewerkt met puntgevel en aangebouwde Sint-Annakapel van één travee met driezijdige sluiting, gestut door versneden steunberen en doorbroken door spitsboogvensters met vernieuwde gotische tracering en glas in lood, onder waterlijst. Calvarie boven knekelhuis in de noordwesthoek, toegevoegde torentrap onder leien dak in noordoosthoek. Zuidelijk transept met puntgevel tussen zware versneden steunberen met bekronende stenen spits met hogels; hoog rondboogvenster in geprofileerde omlijsting met oren, sluitsteen en glas-in-loodraam.
Vierkante kruisingstoren met twee geledingen, met omlijste oculi en twee rondboogvormige galmgaten onder waterlijst in de klokkenkamer; uurwerken tussen de galmgaten aan de vier zijden. Afdekkende hoge, ingesnoerde naaldspits met ijzeren kruis. Noordelijk zijkoor verlicht door twee omlijste spitsboogvensters gescheiden door een versneden steunbeer, en overhoeks geplaatste steunbeer op de overgang naar de sacristie met laag deurtje en twee getraliede omlijste steekboogvenstertjes. Zuidelijk zijkoor met twee omlijste rondboogvensters met imposten, sluitsteen en bekronende waterlijst en glas-in-loodramen. Lage berging met twee omlijste getraliede steekboogvensters in de oksel van het hoogkoor. Hoogkoor van twee traveeën en zevenzijdige apsis geleed door hoge versneden steunberen en doorbroken door zes hoge spitsboogvensters met deels in 1886 vernieuwde drieledige gotische tracering en glas-in-loodramen. Blind kopvenster met geschilderd kruisbeeld.
Interieur
Lichtgroen en witgeschilderde pseudobasilicale ruimte met schip en zijbeuken gescheiden door spitsboogarcaden op zuilen met hoge achtzijdige sokkels. Overwelving met witgeschilderde kruisribgewelven rustend op consoles, in de zijbeuken met geprofileerde zandstenen ribben met sleutel. Kruising met vier zware kruisvormige pijlers en kruisribgewelf met centraal oostelijk klokkengat. Transepten, zijkoren en hoogkoor met gepleisterde kruisribgewelven met zandstenen of gepleisterde ribben, straalgewelf in het koor met centrale gepolychromeerde sleutel. Venster in hoogkoor in zandstenen omlijsting met hoekkettingen, drieledige gotische tracering en glas-in-loodramen heiligenfiguren door A. Verhaegen van 1887-1892.
Meubilair
Schilderijen:
"De opdracht van Jezus in de Tempel", doek, 1792, door M. Van der Voort (Antwerpen);
17 Votief kinderportretten van belangrijke families opgedragen aan Onze-lieve-Vrouw van Lebbeke door onbekende Dendermondse of Gentse meesters, gedateerd tussen 1705 en 1908;
Onze-Lieve-Vrouw met kind en engel, Vlaamse school, doek, eerste helft 18de eeuw.
Beeldbouwwerk:
Beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Lebbeke, Troosteres der bedrukten, gepolychromeerde kerselaar, vandaag gestoffeerd, 1660 (?), gekroond in 1908, in Onze-Lieve-Vrouwaltaar;
Christus in het Graf, gepolychromeerd hout, 17de eeuw;
de Lanssteek, Calvariescène in hoofdaltaar, door Aloïs De Beule, 1907, gepolychromeerd hout;
beelden van Heiligen Petrus en Paulus links en rechts van de portiek door Pieter Verbruggen de Oude, 1679;
witgeschilderde houten beelden van keizer Constantijn en Heilige Helena, naast Heilig Kruisaltaar, door K.I. Kerricx, 1740,
witgeschilderde houten beelden van de Heilige Anna en Heilige Joachim op het Sint-Anna altaar, 1908 (?);
beeld van Onze Lieve-Vrouw in mandorla, op Sint-Anna altaar, witgeschilderd hout, 1908;
plaasteren beelden van onder meer Heilige Rochus op sokkel, Heilige Jozef, Heilige Antonius, Heilig Hart van Jezus, Heilige Theresia en Onze-Lieve-Vrouw.
Hoofdaltaar: barok portiekaltaar met getorseerde zuilen door Pieter Verbruggen de Oude (Antwerpen) naar plan van architect broeder Bernardus, wit en zwart marmer, 1679, attiek met beeld van Heilige Johannes de Doper tussen beelden van het Geloof en de Waarheid; zijdeuren in marmeren omlijsting met gebeeldhouwde houten deuren door Pieter verbruggen, gedateerd "anno", "1679", erboven cartouches en levensgrote beelden van de HH Petrus en Paulus; altaarstuk van Aloïs De Beule in plaats van vroeger schilderij, tabernakel, vernieuwd in 1810 door J.B. Dubois, witmarmeren altaartombe van 1840 door Petrus De Corte.
Noordelijk zijaltaar van Onze-Lieve-Vrouw van Lebbeke, barok portiekaltaar met ommegang door Jan Ulner (Brussel) naar plan van Leo Van Heil, 1660, gesculpteerd hout, centrale ronboognis met miraculeus beeld, bovenaan beeld van God de Vader door Antwerpse beeldhouwer Arthus Quellin, links en rechts in barokke nissen met beelden van Heilige Jozef en Heilige Anna, van 1754 door Filip Nijs (Temse); witmarmeren altaartombe in régence stijl, in 1767 geplaatst.
Zuidelijk zijaltaar toegewijd aan het Heilig Kruis, voorheen Heilig Geestaltaar, portiekaltaar vervaardigd door G.I. Kerricx (Antwerpen), 1740, uitgevoerd door schrijnwerker Joannes De Smedt, beelden links en rechts van keizer Constantijn en Heilige Helena door Kerricx, achter het middenpaneel, reliekschrijn van het Heilig Kruis door Peter Filips, 1658.
Koorbanken.Gesculpteerde eikenhouten lambriseringen aan noord- en zuidzijde met ingewerkte banken, met centraal medaillon met buste van Christus (ten noorden) en Maria (ten zuiden), en wapenschild van de familie Nijs naar plannen van J. A. Van Rossem, meester schrijnwerker (Dendermonde),1763; twee gesculpteerde eiken kerkmeestersbanken door Ph. A. Nijs (Temse), 1750. Lambriseringen. In zuidelijke zijbeuk, eikenhouten gesculpteerde panelen met zeventien medaillons, voorstellend de legende van de kerkbouw te Lebbeke, door K. De Smet (Dendermonde) naar ontwerp en uitvoering van Michiel Heylbrouck (Gent) en Steven Dalsaert, 1721. In de noordelijke zijbeuk, eikenhouten gesculpteerde panelen met medaillons voorstellend de vijftien Geheimen van de Rozenkrans, door Philip Alexander Nijs (Temse), 1754.
Communiebank. Wit en zwartmarmeren bank door M. Joumaux en G.J.Bruieneau Wiege 1751, voorheen met smeedijzeren hek van 1777 in Lodewijk XV-stijl door J.A. De Smedt (Dendermonde), vandaag geplaatst in Sint-Annakoor.
Preekstoel. Eikenhouten, rijkelijk gesculpteerde preekstoel uitgevoerd door schrijnwerker J.G. Kloick (Sint-Amands) en beeldhouwer Willem Roefs (Antwerpen), 1787, met onder de kuip, beelden van Jezus en de Samaritaanse vrouw, bustes van de Evangelisten op de kuip en klankbord met beeld van Onze-Lieve-Vrouw in wolken- en stralenkrans met engelenkopjes en putti. Biechtstoelen. Barokke, rijkelijk gesculpteerde eikenhouten biechtstoel, ingewerkt in de lambrisering van de zuidbeuk, door Herman Ulner (Dendermonde), 1650-52, met herme-engelen en puttihermen; twee gelijkaardige eikenhouten biechtstoelen door Karel De Smet (Dendermonde), 1720, met medaillon van de Goede Herder en H. Jacobus.
Orgel. Nieuw orgel door Egidius Franciscus Van Peteghem (Gent), volgens bestaand contract van 1791 met orgelkast, hoogzaal en portaal door J.G. Kloick en W. Roefs; met beelden van Mozes en Aäron, doksaalafsluiting in Lodewijk XVI-stijl met zeven musicerende engelen, geplaatst in 1797.
Doopvont in gevlamd marmer met koperen deksel, 1754, in zuidwesthoek omgeven door vroegere gesculpteerde houten barokke koorafsluiting met koperen balusters door W. De Vos (Antwerpen) van 1651, uitgevoerd door Jan of Herman (?)Ulner, in 1680 hier geplaatst .
Kruisweg. Omlijste gipsen staties, geschilderd in eierschaal, door Aloïs De Beule, 1908, geschonken door Florimond De Naeyer-Van Dieren.
Reliekschrijn van het miraculeuze vlas, neogotiek, 1891, door M. Zens.
Calvariegroep, in noordelijke oksel met transept, voorheen onder tentdak gesteund door arduinen pilasters, Mechels (?) atelier, tweede kwart 17de eeuw, lindehout gepolychromeerd, beelden van Onze-Lieve-Vrouw en Johannes sinds 1966 weggenomen; eronder knekelhuis in arduinen plint met voorstelling van het vagevuur achter tralies, van 1806, achterwand in gepolychromeerde terracotta, vooraan geschilderd hout.
Graftekens: enkele arduinen graftekens tegen de noordzijde, onder andere van de familie Beeckman en Beeckman de Crayloo, afgesloten door een ijzeren hek.
Juridische gevolgen
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw
Deze vaststelling is geldig sinds 20-06-2023
is aangeduid als beschermd monument Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw
Deze bescherming is geldig sinds 03-07-1942
is deel van de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Grote Plaats en omgeving
Deze vaststelling is geldig sinds 20-06-2023
is deel van de aanduiding als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Grote Plaats en omgeving
Deze bescherming is geldig sinds 20-06-1984
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw
Deze vaststelling was geldig van 24-09-2009 tot 20-06-2023
Bibliografie
- Vlaams ministerie van Ruimtelijke Ordening, Wonen en Onroerend Erfgoed, Vlaams Instituut voor Onroerend Erfgoed, archief Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, Lebbeke, Onze-Lieve-Vrouwkerk.
- Vlaams ministerie van Ruimtelijke Ordening, Wonen en Onroerend Erfgoed, Agentschap Ruimtelijke Ordening Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, archief.
- DAUWE J., Bouwlegende van de O.-L.-Vrouwkerk te Lebbeke door pastoor P. De Schaepdrijver (1621-51), in Oudheidkundige Kring van het Land van Dendermonde, Gedenkschriften, 3e reeks, XVII, 1968, 2, p. 1-18.
- DAUWE J., Het orgel en hoogzaal in de O.-L.-Vrouwkerk te Lebbeke, in Oudheidkundige Kring van het Land van Dendermonde, Gedenkschriften, 3e Reeks, XXII, 1973, 3-4, p. 3-23.
- DAUWE J., Oud Lebbeke, Lebbeke, 1973, nummers 25-30.
- DAUWE J., Votiefschilderijen in de O.-L.-Vrouwkerk te Lebbeke 1705-1908, Lebbeke, 1977.
- DAUWE J., Het H. Kruisaltaar in de O.-L.-Vrouwekerk te Lebbeke. Een onbekend werk van G.I. Kerricx (1740), in Oudheidkundige Kring van het Land van Dendermonde, Gedenkschriften, 4e reeks, IV, jaarboek 1978-1979, p. 151-157.
- DAUWE J., Geschiedenis van de verering tot O.-L.-Vrouw van Lebbeke, Lebbeke, 1983.
- DAUWE J., De toren van de O.-L.-Vrouwekerk van Lebbeke 1662-1992, in Gedenkschriften van de Oudheidkundige Kring van het Land van Dendermonde,jaarboek 1993, p. 5-58.
- DAUWE J., De marmeren communiebank uit 1751 in de O.-L.-Vrouwkerk te Lebbeke,in Heemkring Lebbeke, V, 3, 1993, p. 74-77.
- DAUWE J., Het hoogkoor in de O.-L.-Vrouwekerk te Lebbeke met het barokaltaar door Pieter Verbruggen de Oude (1679), in Gedenkschriften van de Oudheidkundige Kring van het Land van Dendermonde, jaarboek 199 , p. 117-208.
- DE MAEYER J., Arthur Verhaegen, 1847-1917, Leuven, 1994, p. 591.
- DE POTTER F. & BROECKAERT J., Geschiedenis van de gemeenten van Oost-Vlaanderen, 4de reeks, I, 2, Gent, 1889, p. 23-47.
- LANGEROCK P., Anciennes constructions en Flandre – Oude bouwwerken in Vlaanderen, 3e jg, Gent, 1887, Lebbeke.
- PIETERS L., Lebbeke, Beelden uit het verleden, Lebbeke, 1999, p. 21-27.
- VERBESSELT J., Het parochiewezen in Brabant tot het einde van de 13de eeuw, in Geschied- en Oudheidkundig Genootschap van Vlaams-Brabant, VII, Pittem, 1967, p. 77-99.
- VERSCHRAEGEN H., Repertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen, Provincie Oost-Vlaanderen, Kanton Dendermonde, Brussel, 1982, p. 67-74.
Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Berlare, Buggenhout, Lebbeke, Waasmunster, Hamme en Zele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 20n, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Bogaert, Chris; Verbeeck, Mieke
Datum: 2001
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
INVENTARIS ONROEREND ERFGOED 2024: Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/47696 (geraadpleegd op 9 juni 2024).