de H.H. Salvatorkerk Wieze -Wiezeplein 7, 9280 Wieze

Geschiedenis en beschrijving van de St.-Salvatorkerk in Wieze

Stijl en uitzicht van de kerk dateren van 1872. 

De verschillende maten en vormen van de zandsteen dragen sporen van de tijd en van herhaalde verbouwingen. De kerk heeft de vorm van een Latijns kruis waarvan het koor naar het oosten is gericht.  Hoewel meermaals herbouwd, herinneren de rondboogvormige galmgaten aan een vroeger Romaans gebouw. Het tijdstip waarop de oude bidplaats werd vergroot en verbouwd tot een driebeukige laatgotische kerk wordt door de geschiedschrijvers gesitueerd van de 14de tot het einde van de 15de eeuw. Tijdens de godsdienstberoerten werd de kerk zwaar getroffen en in 1580 door de Geuzen in brand gestoken. Na een mislukte aanval op Dendermonde in 1667 werd de kerk door de Fransen afgebrand. Deze ramp vernielde originele kunstwerken. Tijdens herstellings- en verbouwingswerken van 1872, naar de plannen van architect Van Assche uit Gent, werd bet schip met +/- 7,5m verlengd en vergrootte de kerk met ongeveer 98m2; men brak de stenen vouten van het schip en de zijbeuken uit en verving ze naar de vroegere stijl door houten gewelven; in het schip bouwde men aan beide kanten twee pilaren bij; de binnenmuren werden aangepast en aan de zijmuren een gewone en een smalle venster toegevoegd; de stenen venstertraceringen werden opnieuw aangebracht en de vloer van het schip met twee trappen verlaagd, om de ingang op een dorpelhoogte van het ' straatniveau te brengen; het zadeldak van middenschip en kruisbeuken werd aangepast en de zijbeuken werden van een lessenaarsdak voorzien. 

Door het K.B. van 28 december 1936 werd de kerk tot beschermd monument verklaard.

 

Hoogaltaar en tabernakel
Van het hoogaltaar, in 1776 gemaakt door Jan Baptist Kieckens uit Aalst voor 790 gulden, is in 1872 het houten bovenstuk verwijderd en blijft alleen het stenen onderstel met daarop een verguld tabernakel over. 

Misaltaar 
De firma De Wolf leverde in 1984 een nieuw hoofdaltaar, met als beeldhouwwerk het Christusmonogram, het korenaar- en druiventrosmotief als symbool van de Eucharistie.

Zijaltaren
het H.H.Salvatoraltaar in 1910 geschonken door Z.E.H. Desiderius Cooreman, is een werk van een onbekende meester. Het centrale beeld van de Zaligmaker is gebeiteld naar een werk van Metsijs, het snijwerk in de linkemis verwijst naar de parabel van de Goede Herder, in de rechternis staat Jezus met het boek van de blijde boodschap in de hand voor twee volgelingen. 
Victor Callebaut schonk in 1920 het O.L.Vrouwaltaar, gebeeldhouwd door De Visscher uit Eeklo. Het beeld van de H. Maagd die het Jezuskind met wereldbol draagt, is gesneden naar het model van O.L. Vrouw van Lobbes; in de linkernis overhandigt Maria het scapulier aan de H. Simon Stock, karmeliet, in de rechtse nis ontvangt de H. Dominicus van de H. Maagd de rozenkrans.

Communiebank
De communiebank in renaissancestijl draagt het jaartal 1717. 

Preekstoel
De preekstoel is in 1862 voor 4.350 BEF gebeeldhouwd door Peeters-Divoort uit Turnhout. Op de panelen van de kuip en deur staan de afbeeldingen van de bergrede, de Hemelvaart van Christus en van Jezus met de apostelen in de woestijn. De mooi gesculpteerde leuning werd waarschijnlijk vervaardigd in 1874 door Bernard Van Rossem. Het oudste gedeelte is het barokke klankbord dat bekroond is met een beeld van God de Vader die een staf met het oog Gods in de hand houdt. Het muurstuk heeft de vorm van een gedrapeerd voorhangsel met voorstelling van de tafelen der wet, van een hostiedragende kelk en een kruis(17de-18de eeuw). 

Biechtstoelen 
Beeldhouwer Blanckaert van Maltenbrugge vervaardigde de twee biechtstoelen. Deze bij het H.H. Salvatoraltaar is een gift van Coralie Pieters, zuster van mevrouw de Cierque Wissocq, en het andere bij het O.L.Vrouwaltaar is in 1878 geschonken door de parochianen, ter gelegenheid van de inhuldiging van Emmanuel Pieraert als pastoor. 

Koorgestoelte 
Het koorgestoelte langs de beide zijmuren draagt wapenschilden van de familie de Clerque Wissocq-Pieters, die het in 1875 schonk ter gelegenheid van het gouden priesterjubileum van pastoor de Vreese.

Doksaal 
Het huidige hoogzaal en daarnaast de houten afsluitingen van de bergplaatsen werden in 1878 geschonken door de familie de Clerque Wissocq-Pieters. 

Orgel 
Volgens een document van 4 maart 1868, ondertekend door Leopold II, deed Charles August Ghislain de Clerque Wissocq een schenking aan de kerk van een orgel, gebouwd, in 1845, door de firma Mercklin en Schutze uit Brussel, dat in zijn huis in Gent was geplaatst. Het bezit twee klavieren en een voetklavier voor fluit en sousbasse en draagt het wapenschild van de schenkers. In 1869 naar Wieze overgebracht werd het voorlopig opgesteld nabij het H.H. Salvatoraltaar en in 1878 definitief boven de grote ingang geplaatst. De eikenhouten orgelkast werd in hetzelfde jaar vervaardigd door mr. Blanckaert en geschonken door August de Clerque Wissocq. 
In 1999 werd op initiatief van het kerkbestuur de restauratieprocedure opgestart. 

Kruisweg
De kruisweg dateert van 1831 waarvan de 14 staties in 1858 door Em. Beeckman van Dendermonde werden herschilderd. Burgemeester Eugenius Callebaut, wiens moeder Helena Van Cauter de oorspronkelijke schenkster was, bekostigde de omlijsting. 

Reliekhouder 
De vergulde reliekhouder in de vorm van een sarcofaag is waarschijnlijk in 1763 vervaardigd door Alexander Nietens uit Sint-Amands. Het is een kunstig gesneden borstbeeld van Christus met in de linkerhand een wereldbol met kruis. Dit beeld bergt een zilveren sierhouder in rococostijl met een reliek 

Processiebeeld van O.L. Vrouw 
Het processiebeeld van O.L.Vrouw, reeds vermeld in 1727, is een geboetseerd houten geraamte dat werd beschilderd. Burggravin de Clerque Wissocq della Faillee d'Assenede, schonk in 1853 voor dit beeld een mantel in blauw zijden fluweel, met zijden galon en zilveren geborduurde bloemen, een wit damasten bebloemd kleed met gouden geborduurde monogram en kransen, een blonde zijden sluier, een gouden halssieraad omzet met 19 kostbare stenen. Het beeld draagt een zilveren kroontje en een scepter. Het kind Jezus draagt een kroontje en een kleed in dezelfde stof als dat van Maria en draagt een wereldbol met kruis. In 2001 werd op initiatief van het kerkbestuur het beeld volledig gerestaureerd, de oude gewaden vernieuwd met inachtneming van alle details en naar gelijkenis van de oorspronkelijke. 

Brandglasramen 
In het hoogkoor zijn er vijf prachtige brandglasramen. 
Het raam boven het hoofdaltaar is gemaakt door Joannes De Waele uit Brugge en geschonken door de parochianen in 1875 ter gelegenheid van het vijftigjarig priesterjubileum van pastoor De Vreese. Het stelt de transfiguratie van Jezus voor: de verheerlijkte Heer staat op de wolken en links en rechts van Hem Mozes en Elia. Petrus, Joannes en Jacobus knielen voor Hem neer, terwijl God de Vader boven alles uit troont. Twee engelen bewieroken de Zaligmaker. 
In de vier zijramen prijken onderaan de wapenschilden van de schenkers: August Frederik de Clerque Wissocq en zijn echtgenote Maria Helena Pieters. Van links naar rechts stellen deze kunstwerken de H. Jozef, O.L.Vrouw, de H. Augustmus, en Joannes de Doper voor. 
In 2019-2020 werden de glasramen van de kerk grondig gerestaureerd. U vindt hier alvast wat foto's en toelichting bij de brandramen maar het resultaat kunt u best zelf bewonderen in de kerk.

Grafkapel 
Op de in 1847 met toestemming van de gemeente opgerichte nieuwe graftombe van de familie de Clerque Wissocq de Sousberghe werd een grafkapel gebouwd, die alleen toegankelijk is langs binnen in de kerk. Boven de ingang staat het gegroepeerd wapenschild van de initiatiefnemende familie de Clerque Wissocq-della Faille d'Assenede. De muurbekleding is in wit en zwart marmer. Op een sarcofaag ligt een levensgroot kunstig gebeiteld witmarmeren beeld, voorstellende een ridder van de Sint-Jacobsorde. 
Op het front, boven het beeld, staat de Latijnse tekst, omgeven door witmarmeren beeldhouwwerk, het frontstuk is bekroond met het wapenschild van de familie. Dit monument werd opgericht door Maria de Clerque, eerste vrouw van Philippe de Jauche en kinderloos overleden in 1672, samen met haar broer Ignace (+1676) burggraaf de Clerque Wissocq en ridder in de orde van Sint-Jacob. Oorspronkelijk stond dit praalgraf in de abdijkerk van Oost-Eeklo waar Maria en Ignace werden begraven. Na het verdwijnen van het klooster werd het in 1847 naar Wieze overgebracht. 

Grafstenen 
Jammer genoeg zijn vele van de zerken in de loop der tijden door brand, verbouwingen of herstellingswerken vernield of verplaatst. Thans vindt men in onze kerk nog negen grafstenen. 
De grafstenen van Joos Van Driessche en Cornelius Van den Bossche werden tijdens de restauratiewerken in 1969 buiten de kerk in de muur van de grafkapel aangebracht. 

Jaartallen bovenaan de pilaren 
De jaartallen bovenaan de pilaren hebben volgens Lindanus de betekenis van verdwenen obiits en stemmen overeen met de geboorte- en sterfdata van vroegere Vrouwen en Heren van Wieze. In onze kerk zijn acht data, aangebracht bovenaan de pilaren, bewaard gebleven. 

Rouwborden 
In onze kerk zijn er negen houten ruitvormige rouwborden bewaard gebleven. De wapenschilden herinneren aan de macht en aanzien van de vroegere dorpsheren en adellijke families.

 

Bronnen:

R. Bosman en H. Heyvaert, de geschiedenis van Wieze, Wieze, 1990.

H. Heyvaert, Graven, grafstenen en rouwborden in de kerk van Wieze, Wieze, 1989.