De bisschoppen willen hun dankbaarheid uitspreken voor de grote inzet tijdens de pandemie en duidelijkheid scheppen over liturgische richtlijnen.

De beperkingen die de COVID-19-epidemie oplegde, raakten vele facetten van de liturgie en de pastoraal.

Met deze publicatie willen wij als bisschoppen in de eerste plaats onze dankbaar­heid uitspreken voor de grote inzet die toen in de parochies en pastorale eenheden is getoond om toch zoveel mogelijk mensen bij te staan en om op een aangepaste manier de vieringen te laten doorgaan.

Daarnaast willen we ook duidelijkheid scheppen rond enkele liturgische richtlij­nen die nog teruggaan op de coronapandemie en waarvan soms gedacht wordt dat ze nog gelden of die in de praktijk het 'nieuwe normaal' zijn geworden.

Tegelijk willen we naar aanleiding van het einde van de coronacrisis parochies en pastorale een­heden aanmoedigen om enkele bestaande liturgische praktijken (daterend van vóór de crisis) onder de loep te nemen met de vraag of ze ten dienste staan van een liturgie die ons evange­liseert door haar schoonheid (vgl. Evangelii gaudium, 24). Daartoe willen we enkele concrete handvaten aanreiken, gebaseerd op de Algemene instructie van het Romeins Missaal.

Eerst gaat onze aandacht uit naar de liturgische ruimte, vervolgens naar het verloop van de liturgische viering, eindigen doen we met twee wezenlijke bouwstenen van de liturgie: zang en lichamelijke gebaren. 

Download en print de brochure 'Liturgie vieren na de coronapandemie' of lees de volledige tekst hieronder. 

1. Bij de verschillende plaat­sen in het kerkgebouw

Portaal 

  • Hangen er nog richtlijnen uit over afstand houden, een mond-neusmasker dragen of handen ontsmetten? Het kan verwarring wekken als men die laat hangen nu ze niet meer aan de orde zijn.
  • De wijwatervaten mogen, waar dit nog niet gebeurd is, op­nieuw gevuld worden, zodat de gelovigen zich bij het binnen­komen van de kerk kunnen bekruisen. Het is een gebaar waarmee we tastbaar herinnerd worden aan ons doopsel. Op grond van ons doopsel komen we samen om liturgie te vieren. 
  • Tijdens de coronacrisis bleek de waarde van een hartelijk onthaal en van het persoonlijk overhandigen van een zang­boek of -blaadje aan iedere aanwezige. Dit is iets om zeker te blijven doen.

Schip 

  • Ook hier zijn er soms nog stickers en pijlen te vinden die herinneren aan de coronacrisis. Ook die mogen worden verwij­derd.

Ambo 

  • Op sommige kerkplekken werkt men met meerdere 'leze­naars': sinds corona - omwille van hygiënische redenen - of al langer. Het zou goed zijn de be­tekenis van de éne ambo te ont­dekken als de plaats waarnaar de aandacht van de gelovigen spontaan gericht wordt, omdat daar het Woord van God klinkt. Vanaf de ambo gebeuren de Schriftlezingen, de antwoord­psalm, de paasjubelzang, de ho­milie en eventueel de intenties van de voorbede. Voor al het andere volstaat een eenvoudige pupiter, bijvoorbeeld voor de cantor of voor mededelingen na de viering.

Sedes 

  • Het is belangrijk dat de pries­ter vanaf de voorgangersstoel de gemeenschap kan toespre­ken en het gebed kan leiden: begroeting, openingsgebed, eventueel homilie, inleiding en besluit van de voorbede, gebed na de communie en zegen. Ook bij de sedes past een micro en eventueel een kleine pupiter.

Altaar 

  • Tijdens de coronacrisis werd noodgedwongen anders om­gesprongen met het altaar: de voorganger stond soms een groot deel van de viering aan het altaar, de gaven waren er al van bij het begin op geplaatst, vaak samen met ontsmettende handgel. 
  •  We kunnen terugkeren naar een zo goed mogelijk liturgisch gebruik van het altaar en het énkel gebruiken tijdens de eu­charistische liturgie. Natuurlijk wordt het altaar wel vereerd bij het begin en het einde van de viering. Het is niet meer nodig om handgel te voorzien. De gaven worden aangebracht en niet meer vooraf op het altaar geplaatst.

     

2. Bij de verschillende momenten in de (eucharistie)viering

Openingsriten 

  • Besprenkeling met doopwater mag opnieuw en is ter vervan­ging van de boeteact zeker op bepaalde zondagen zeer zinvol, met name in de paastijd.

Bereiding van de gaven 

  • Het aanbrengen van de gaven door gelovigen vanuit het kerkschip verdient aanbeveling. Brood en wijn zijn als 'vrucht van de schepping' en 'werk van onze handen' niets minder dan de verdichting van het leven van alle aanwezigen. 
  • De geldcollecte kan op de voorheen gebruikelijke wijze worden gehouden. 
  • Een palla om de kelk mee af te dekken hoeft niet omwille van besmettingsgevaar.
  • De priester wast zijn handen aan de zijkant van het altaar. Dit heeft niet zozeer met hygiëne te maken, dan wel met het verlangen naar inwendige zuivering.

Onzevader 

  • Kinderen uitnodigen om plaats te nemen rond het altaar en/of elkaar de handen geven: waar het gebruikelijk was, kan dit uiteraard opnieuw.

Vredewens 

  • Het zou bijzonder jammer zijn, mochten we de vredewens, die tijdens de coronacrisis noodge­dwongen 'op afstand' gebeurde, niet meer ten volle in de prak­tijk brengen. We tonen hier­mee, voordat wij het Lichaam van Christus ontvangen, de wederzijdse liefde en gemeen­schap, waaraan de vrede van de verrezen Heer ten grondslag ligt. Dat kan op een sobere wij­ze, met een handdruk of kus.
  • Het best is om de vredewens te onderscheiden van de brood­breking waarbij het Lam Gods gezongen wordt. De brood­breking is immers een uiterst betekenisvol gebaar. Het brengt de zin van de eucharistie en van de communie in het bijzonder aan het licht.

Communie 

  • Het is zeer wenselijk dat de gelovigen, zoals de priester zelf, het Lichaam van de Heer ontvangen door hosties die tijdens de viering zelf gecon­sacreerd zijn. Anders verdwijnt de betekeniswaarde van het éne gebroken brood. Dan komt ook de band tussen het eucharis­tisch gebed en de communie die erop volgt onder druk te staan.     
  • Waar dit op een waardige wijze kan gebeuren, is het wenselijk dat álle gelovigen ook deelne­men aan de kelk. Zo wordt nog duidelijker dat de communie een deelhebben is aan het offer dat daadwerkelijk gevierd wordt. Dit kan elke zondag, maar is zéker aangewezen bij de viering van Witte Donder­dag. Deelnemen aan de kelk kan door ervan te drinken of door indoping. 
  •  Het ontsmetten van de handen met alcoholgel hoeft niet meer en gebeurt geenszins aan het altaar, alsof het een liturgische handeling betreft. Zo nodig ge­beurt het aan de credenstafel, enigszins uit het zicht.

     

3. Liturgische zang

  • Zingen is een wezenlijk onder­deel van de liturgie. Tijdens de coronacrisis is dit onder druk komen te staan, maar er zijn ook gunstige effecten. Wanneer men niet meer met een koor kon zingen, is men op sommige kerkplekken de rol van de cantor gaan ontdekken. Nu er geen coronamaatregelen meer van kracht zijn, kan naast het koor ook een cantor ingezet worden (bijvoorbeeld voor de antwoordpsalm) en dan niet zozeer om solo te zingen, dan wel om de samenzang op gang te brengen. Koor en cantor staan altijd ten dienste van de samenzang van de hele gemeenschap. 
  • Belangrijk is de keuze van de gezangen en het stellen van prioriteiten bij het zingen. Op www.zingtjubilate.be worden liedsuggesties aangeboden, alsook toelichting en audio­-ondersteuning. We worden uitgenodigd om de vaste dialogen en acclamaties in de eucharistie te leren zingen (zie de ICL-uitgave De eucharistie zingen). Het gaat immers om kleine radartjes die de viering kunnen voortstuwen. Voor een stappenplan en eventuele ondersteuning.

     

4. De kracht van gebaren en houdingen

  • Het aanraken van voorwerpen of personen in een liturgische context is opnieuw toegelaten en in sommige gevallen verondersteld. Liturgie is niet verstandelijk of afstandelijk. Ze stelt ook niet alleen maar teksten voor. Neen, we zoeken er de levende Heer met lijf en leden. Hij wil er ons nabij komen in gebaren en sacramen­tele tekenen. 
  • Bijvoorbeeld:
    • Een kruis of icoon met de hand aanraken bij de eer­betuiging tijdens de uitvaart­liturgie.
    • De handoplegging en zal­ving tijdens de doopliturgie, vormselliturgie, ziekenlitur­gie. Ontsmetting tussendoor is overigens niet meer nodig (bijvoorbeeld tussen ver­schillende vormelingen).
    • Als gemeenschap mee opstaan wanneer de voor­ganger gaat staan, behalve bij de homilie en de berei­ding van de gaven.

Natuurlijk geldt dat we ons gezond verstand moeten blijven gebruiken. Wie bijvoorbeeld ziek is, blijft thuis, houdt afstand of draagt een mond-neusmasker. Op sommige kerkplekken kun­nen langdurig zieken en oude­ren vierend verbonden blijven via streaming zoals tijdens de coronapandemie. Laten we daarbij niet uit het oog verliezen dat onze liturgie op haar best is wanneer ze spreekt van Gods nabijheid. En bovenal: Laten we ons blijven verwonderen over de schoonheid van de liturgie (Desiderio desideravi, 65). Voor meer info of vragen kunt u contact opnemen met de diocesane verantwoordelijke voor liturgie of met de Interdiocesane Commissie voor Liturgie (ICL), via E icl@interdio.be.

De Bisschoppenconferentie van België - Pinksteren 2023 

Download en print de brochure 'Liturgie vieren na de coronapandemie'

 

bisschoppenconferentie
liturgie