Het ergste wat kan gebeuren is een stilstand in de evolutie van een parochie. We leven in een seculiere wereld, dat wil zeggen: een wereld waar religie geen overwegende invloed meer heeft. De vraag die prangend is: kunnen we als Mariaparochie omgaan met de seculariteit van de samenleving waarin we ons bevinden.
Deze vraag stelt zich al sinds Vaticanum II: ‘de interactie met de omgevende cultuur moet in relatie staan met de openbaring als dialogaal proces van het Woord Gods met de menselijke ervaring’. Wat simpeler gezegd: de cultuur is de partner in het gelovig op weg gaan.
De secularisatie biedt ons kansen en nodigt ons uit om onze eigen overtuiging beter te omschrijven voor onszelf en klaarder te communiceren naar de anderen. En daarbij moeten we er ook rekening mee houden dat de mens van vandaag, meer dan ooit, staat op zijn vrijheid en zichzelf wil ontplooien.
7 punten
Matthias Sellmann formuleert het als volgt: ‘Parochies hebben toekomstperspectief in de mate dat ze bereid zijn zich in hun pastorale planning te laten leiden door de doelstelling om aanbieders te worden van de autonome religieuze vrijheid van mensen. Dit doel realiseren zij op een uitdagende, toegewijde en oplossingsgerichte manier. Om dit te doen, zullen ze erkennen dat religieuze zelfbeschikking (minstens) zeven dimensies vereist om te floreren en zowel het welzijn van individuen als van de gemeenschap positief nieuw leven in te blazen. In de eerste plaats moeten er vormen van religieuze aanwezigheid en offergave zijn (Ruimtelijke organisatie 1); deze moeten de eigen stijl van mensen respecteren en pluralisme bevorderen (onthaal 2); ze moeten toegankelijk zijn en kansen bieden voor de verdere ontwikkeling van de eigen religieuze stijlen (participatie 3); de manier van aanbrengen moet de voordelen hebben van een goede organisatie (Professionalisme 4): zowel een duidelijke toegankelijkheid tot media als persoonlijke toegankelijkheid (Communicatie 5); ze moeten verrassen en inspireren (Articulatie 6); en ze moeten permanent in beweging zijn en willen verbeteren (Innovatie 7).’ De cijfers zijn eigen aanvulling.
Organisatie
Concreet betekent dit voor onze Mariaparochie dat we niet goed bezig zijn als individuen initiatieven nemen die gebaseerd zijn op de oude structuur van vroeger en zich volledig losscheuren van de parochie. Er moet minstens een erkenning zijn en een gedragen ondersteuning vanuit de parochieploeg. Wederzijdse interactie is belangrijk en kan helpen tot het ontwikkelen van hybride vormen van religieus aanbod. Er zal zeker in de toekomst een ruimer aanbod ontstaan dat gebaseerd is uit wisselwerking met andere instanties. Sellmann wijst er ook op dat er twee concepten verouderd zijn: de duur van het geloof binnen de parochie van wieg tot graf en de nabijheid onder de kerktoren. Mensen zijn mobieler en zoeken naar wat voor hen belangrijk is. Onze parochie zal dus moeten zien welk aanbod (in de ruimste zin van het woord) ze haalbaar kan doen.
Onthaal
Een tweede punt is dat we onze gastvrijheid moeten herdenken. We denken wel gastvrij te zijn, maar dit is een overschatting waarbij we nog steeds vertrekken vanuit een vastgeroeste monocultuur (meestal vanuit ‘wij hebben het al altijd zo gedaan’ en ‘wij zijn van hier’). De mobilisering van de gelovigen en van de zoekenden vraagt om een diverse aanpak. Er zullen nieuwe stijlen ontstaan afhankelijk van verschillende groepen of verzamelde individuen die zich aandienen. We zullen ruimte moeten maken voor inbreng van vernieuwing en voor de kritiek van kerkverlaters. Het parochiaal beraad biedt hiertoe zeker ruimte.
Participatie
En dat brengt ons bij het derde punt van participatie. Het format van engagement is het gemakkelijkst binnen bestaande werking omdat we er ook overzicht over houden. Maar is dit wel de enige vorm? Kunnen we nieuwe vormen toelaten of ontwikkelen en in hoeverre wordt er rekening gehouden met de verschillende individuele meningen die participatief bedoeld zijn? Hier zal de spiritualiteit van Gods Geest en onderscheidingsvermogen heel belangrijk zijn (zoals eigenlijk voor alles!). Als participatie los komt te staan van samenwerking verliest ze haar kracht.
Professionaliteit
Dit vierde punt is heel belangrijk. Er zijn ongetwijfeld veel ideeën, maar niet alles is haalbaar of moet kunnen. De Kerk heeft een eigen zending. Binnen het synodaalproces zijn we ondertussen al verschillende jaren bezig met de omslag van instituut naar organisatie en van macht naar gezag. Professioneel leiderschap vraagt het kanaliseren van participatie. De veelvoudige deelname, de ruimte voor diversiteit en nieuwe vormen van werken mogen niet verzanden in chaos. Er zal nood zijn aan verantwoordelijken en leidinggevenden die kunnen duiding geven en interpreteren (theologisch), durven positioneren in de samenleving (communicatie) en duidelijk vormgeven aan de organisatie (management). De professionaliteit zal er moeten voor zorgen dat nieuwe ideeën al dan niet een plaats krijgen in het groter geheel en in relatie met de traditie. Het wezenlijke zal daarbij moeten tot zijn recht komen. Vorming en opleiding tot leiderschap zullen belangrijk zijn.
Communicatie
Een veelgehoorde kritiek is: hoe wordt er uitgewisseld? Tot vandaag is dit meestal eenrichtingsverkeer, maar sociale media leren ons dat er interactie is. Onze website moet up to date zijn, adviseren en informeren en tegelijk ook animeren door bv. getuigenissen. Kunnen we ook onze beleidsnota’s publiek maken, eventueel enkel voor de medewerkers, als een mogelijkheid tot doorstroming? Linken naar sociale media zijn belangrijk voor de interactie en kunnen een positieve invloed hebben. Daarom moeten we er durven voor gaan, er wel rekening mee houdend dat er ook negatieve commentaren zullen zijn die we niet in de hand zullen hebben.
Articulatie
Dit zesde punt gaat naar de diepte. De inhoud van ons geloof wordt naar buiten gebracht. De eigen religieuze stijl moet kunnen ontdekt worden. Hoe gaan we mensen religieus inspireren en innerlijke ervaringen helpen duiden? Geloofsgesprekken bij medewerkers zullen belangrijk zijn om zelf de articulatie met het eigen leven te leren kennen en verwoorden.
Innovatie
… gebeurt niet vanzelf en er is ook weerstand. Het is zo makkelijk om bij het oude te blijven. De Mariaparochie heeft ondertussen al haar deel gehad. Toch mogen processen gaande worden gehouden en doelstellingen kunnen bijgesteld worden. Evaluatiemomenten zijn nodig evenals de eerdere vermelde communicatie. Waar er bij medewerkers soms gewoontes of vermoeidheid is of groeit zijn nieuwe mensen een belangrijke bron van enthousiasme. Ook haalbare doelstellingen kunnen helpen en good pratices kunnen inspireren en enthousiasmeren. We moeten bij innovatie daarom ook belang hechten aan hoe we van een idee naar realisatie kunnen komen. Nieuwe mensen om lege plekken op te vullen is niet het eerste.
Het is duidelijk dat het een weg is van lange adem en met veel vallen en opstaan. Bij dit alles is er een iets onmisbaar: we doen het in vriendschap omwille van Christus en laten ons inspireren niet door onze eigen wil, maar Gods wil en dus door de H. Geest.
Laten we het proberen,
Geert C. LEENKNEGT, priester
deze tekst werd gepubliceerd in Week: 23 (nummer van woensdag 8 juni 2022) Editie: 2172 – Kerk en Leven Lebbeke en Editie: 2045 – Kerk en Leven Buggenhout