Sint-Maarten
Sint-Maarten
Sint-Niklaas
Ik kom uit een streek waar we als kind en Sint Maarten en Sint Niklaas vierden.
Sint Maarten werd gevierd op de vooravond: met een uitgeholde en versierde biet met een kaars in trokken we van deur tot deur een lied zingend en daarna onze collecte zak aanbiedend om vooral een snoep te krijgen. Een beetje als een trick-or-treat bij Halloween (dat in onze tijd nog niet bestond).

“Sinte Moartens avend,

de torre goat mee noa Gent,

en als me moeder koekn bakt,

me zitten zo geirn omtrent,

stoakt vier, moakt vier,

meneere van Sinte Moarten komt alhier..."

Het zetten van een schoen was voorbehouden voor de vooravond van 6 december, want Sint Niklaas bracht geschenkjes. Dat laatste duurde zolang onze jongste zus (kon doen alsof ze) niet wist wie eigenlijk de Sint was. En pas na Sint Niklaas werd de kerstversiering naar beneden gehaald.

Voorbereidingen

In de aanloop naar 11 november worden in sommige van onze kerkplekken voorbereidingen getroffen voor de komst van Sint Maarten. Deze heilige wordt slechts in enkele Vlaamse gemeenten of steden gevierd. In West-Vlaanderen zou de traditie nog het meest levend zijn, alsook in de streek rond Aalst, Dendermonde en Mechelen. De aanwezigheid van een Sint-Martinuskerk is vaak een reden om er nog aandacht aan te besteden. In Denderbelle werd de afgelopen dagen veel aandacht besteed aan de Sint-Martinusroute, een Europese Culturele Route en pelgrimstocht die de Franse stad Tours via België met Utrecht en Groningen verbindt, in de voetsporten van Sint-Martinus. Het traject doet ook Vlaams grondgebied aan en verbindt zo gemeenten en dorpen die een band met Sint-Maarten en de tradities daarrond hebben.

Verlofdag of niet

Na 11 november starten de plechtige intredes van Sint Niklaas, denk maar aan het evenement dat oa. in Antwerpen daarvoor wordt georganiseerd. Op 6 december wordt hij gevierd en komt hij langs met cadeautjes. Toegegeven: Sint-Maarten in de nacht van 10 op 11 november maakt het kinderen makkelijker om van hun cadeautjes te genieten, omdat Wapenstilstand een vrije dag is. 6 december is vaak een schooldag, al zorgt dit wel dat zijn komst doorgaat in het voorafgaand weekend.

Bedelfeest

Sint-Maarten werd aanvankelijk gevierd als een bedelfeest, een feest waardoor de armen een lichtpuntje te zien kregen tijdens de koude wintermaanden. Het past ook bij het levensverhaal van  Maarten van Tours die een bedelaar ontmoette bij de stadspoort van Amiens en hem de helft van zijn mantel gaf. Volgens een legende was deze bedelaar een verschijning van Jezus of stond hij symbool voor Christus. Nadien werd Maarten duivelbezweerder, leefde als kluizenaar en stichtte een klooster bij Poitiers, om uiteindelijk bisschop van de stad Tours te worden.

Dit bedelfeest is nog te herkennen in het rondgaan van deur tot deur met een lichtje en om snoep te krijgen of in weinige gevallen een geldmunt te krijgen.

Het grote feest

Sinterklaas is in andere kerkplekken het grote kinderfeest en (spijtig genoeg) meer gecommercialiseerd. De Sint Nicolaaskerk in Buggenhout toont zeer zeker dat een ander Sint daar kindervriend is. Het verhaal van Sinterklaas gaat terug op de figuur van Nicolaas van Myra, die leefde in het huidige Turkije en diverse wonderen op zijn palmares heeft, waarvan een aantal betrekking hebben op het redden van kinderen. Het repertoire aan sinterklaasliedjes is zeker uitgebreider en bekender dan de liedjes over Sint-Maarten. Wie kan er "De zak van Sinterklaas", "Sinterklaas Kapoentje", "Hoor de wind waait door de bomen" en "Dag Sinterklaasje" niet meezingen?

Dat beide kindervrienden met dezelfde aanspreking ‘Sint’ genoemd worden, klopt uiteraard omdat ze ook beiden heilig zijn. Maar wie de streekgebonden traditie niet kent, zal niet weten of het over Sint-Niklaas of over Sint-Maarten gaat. Dat in onze Mariaparochie verschillende tradities bestaan, toont dat de afstand soms niet groot is om verschillende Sinten te ontmoeten.

Alles op zijn tijd

De commercialisering is met moeite nog in toom te houden om alles op zijn tijd te vieren. De aankoop periode voor het nieuwe schooljaar is pas achter de rug en Sintsnoepgoed en Klaaskoeken en Sinterklaasspeculaas zijn reeds in de winkels te vinden. Halloween, een nieuwe ingewaaide (ondertussen) traditie, zorgt voor een rem omdat deze ondertussen ook commerciele aandacht vraagt.

Na Sint-Maarten denken sommige reeds aan kerstverlichting of versiering, met de begrijpelijke redenering dat het duister mag doorbroken worden. Dat ook de kerstman of Santaclaus ook aan de gevels wordt geplakt houdt weinigen nog tegen. Sommige steden zorgen in deze tussentijd voor eigen Lichtfestivals zoals in Gent. Coronabeperkingen lijken er geen vat op te hebben en de ecologische afdruk telt niet. Op een andere kerkplek start vanaf nu het carnavalsseizoen. Dat op zijn beurt weer de voorbode wordt van de grote vasten in aanloop naar Pasen. Ondertussen lijken de discussies dit jaar minder over zwarte piet of miet, of roetkleur of veelkleurigheid, over kolonialisme en discriminatie.

Wat wordt het?

Soms vraag ik me af: wat wordt het binnen een aantal jaren… zal men nog weten waar elk feest voor staat of zullen er telkens historische lezingen moeten gehouden worden om alles te situeren. En blijven we verdergaan op het commerciele ritme dat elke tijd-eigen-viering relativeert? Zal enkel het feesten om het feesten blijven?

In die zin hou ik van de liturgische tijd: ze is duidelijk en zinvol geritmeerd, tenminste als je ze begrijpt en viert.

 

Geert C. Leenknegt, pastoor-moderator

 

deze tekst werd gepubliceerd in Week: 46 (nummer van woensdag 17 november 2021)  Editie: 2172 – Kerk en Leven Lebbeke en  Editie: 2045 – Kerk en Leven Buggenhout

 

 

Zoeken

Dekenaal nieuws