“Hij is opgestaan” is een boodschap.
De figuur van de engel in de paasverhalen is een boeiend aspect. De vrouwen die bij het graf van Jezus aankwamen ontmoeten een engel (vgl. Mt 28, 1-15). De engel zei tegen hen: “Ik weet dat jullie Jezus zoeken die gekruisigd is. Hij is hier niet; want hij is opgestaan” (vv. 5-6). Deze uitdrukking “Hij is opgestaan” gaat de menselijke capaciteit te boven. “Hij is opgestaan” is een boodschap. Alleen een engel kon zeggen dat Jezus was opgestaan, alleen een engel met de autoriteit om de drager van een hemelse boodschap te zijn, met de macht die door God was gegeven om het te zeggen, net zoals een engel - alleen een engel - had kunnen zeggen tegen Maria: “je zult een zoon verwekken, [....] en hij zal de Zoon van de Allerhoogste genoemd worden” (vgl. Lc 1,31-32). Zijn we genoeg engel om deze boodschap te delen met anderen? Of denken we de taal te missen, de kracht en de autoriteit… en vergeten we dat we gedoopt zijn!!
Dood is niet dood
De evangelist Mattheüs vertelt dat er bij de dageraad van Pasen “een grote aardbeving was; want een engel van de Heer daalde uit de hemel neer en kwam, rolde de steen weg en ging erop zitten” (vgl. v. 2). Die grote steen, die het zegel van de overwinning van het kwaad en de dood moest zijn, werd onder de voeten gelegd, het werd de voetbank van de engel des Heren.
Soms vergeten we dit in het vooruitzicht van een nakende dood. Soms gaat dit al helemaal verloren in sommige uitvaartliturgieën en zelfs in andere liturgieën die alleen nog om sfeer gaan en een hoog entertainement gehalte willen brengen.
Licht over duisternis
Alle plannen en verdedigingen van Jezus’ vijanden en vervolgers waren tevergeefs. Alle zegels waren verbrokkeld. Het beeld van de engel zittend op de steen van het graf is de concrete, zichtbare manifestatie van Gods overwinning op het kwaad, de manifestatie van Christus' overwinning op de vorst van deze wereld, de manifestatie van de overwinning van het licht op de duisternis. Het graf van Jezus werd niet geopend door een fysiek fenomeen, maar door tussenkomst van de Heer. Het uiterlijk van de engel, vervolgt Mattheus, “was als de bliksem en zijn kleed wit als sneeuw”. (vers 3). Deze details zijn symbolen die de tussenkomst van God zelf bevestigen, drager van een nieuw tijdperk, van de laatste tijden van de geschiedenis, want met de opstanding van Jezus beginnen de laatste tijden van de geschiedenis die duizenden jaren kunnen duren, maar het zijn de laatste tijden.
Waarheid vertellen en niet bang zijn.
Er is een dubbele reactie op deze tussenkomst van God. Die van de bewakers die de overweldigende macht van God niet aankunnen en worden geschokt door een innerlijke aardbeving: ze werden als doden (vgl. v. 4). De kracht van de opstanding werpt degenen omver die waren gebruikt om de schijnbare overwinning van de dood te garanderen. En wat moesten die bewakers doen? Ga naar degenen die hun orders hadden gegeven om de wacht te houden en de waarheid te vertellen. Ze moesten een keuze maken: ofwel de waarheid vertellen, ofwel zich laten overtuigen door degenen die hen het bevel hadden gegeven om de wacht te houden. En de enige manier om hen te overtuigen was geld. En die arme mensen, die dutsen, verkochten de waarheid, en met het geld op zak zeiden ze verder: “Nee, de leerlingen kwamen en beroofden het lichaam”. Het geld van de “heer", zelfs hier, in de opstanding van Christus, is in staat de macht te hebben om het te ontkennen. De reactie van de vrouwen is heel anders omdat ze door de engel des Heren uitdrukkelijk waren uitgenodigd om niet bang te zijn: “Wees niet bang!” (v. 5) en Jezus niet in het graf te zoeken. Uiteindelijk waren ze niet bang. Leugens zijn de verwoesting van iemands ziel. Ze verdoezelen de wqarheid om eigen gelijk te halen. Als gedoopten houden we ons daar best ver vandaan.
Zoeken naar Christus
We kunnen uit de woorden van de engel een kostbare les halen: laten we nooit moe worden van het zoeken naar de verrezen Christus die leven geeft in overvloed aan degenen die hem ontmoeten. Christus vinden betekent vrede in ons hart ontdekken. Dezelfde vrouwen van het evangelie ervaren, na aanvankelijk te zijn geschud – dat is begrijpelijk – grote vreugde de Meester levend terug te vinden (vgl. vv. 8-9). In deze paastijd is het mijn wens dat iedereen dezelfde spirituele ervaring mag hebben en de vreugdevolle verkondiging van Pasen in ons hart, in onze huizen en in onze families mag verwelkomen: “Christus, die uit de dood is opgestaan, sterft nu niet meer; de dood zal niet langer over hem heersen” (Communie Antifoon).
Dit is de proclamatie van Pasen: “Christus leeft, Christus begeleidt mijn leven, Christus is naast mij”. Christus klopt aan de deur van mijn hart zodat ik hem binnen kan laten, Christus leeft. In deze dagen van Pasen zou het goed zijn om dit te herhalen: “de Heer leeft”.
Deze zekerheid zet ons ertoe aan om vandaag en tijdens het paasseizoen te bidden: "Koning van de vrede, wij bidden u voor alle slachtoffers van onvrede, leugen en verdachtmaking. Sta hen bij en dring in de harten van de verdrukkers".
Moge het ook voor hen een vreugdevolle paastijd worden.
Zalige Paastijd in de vreugde van de Verrezen Christus namens mezelf en de leden van de parochieploeg.
Geert C. Leenknegt
priester